Demografische en sociale groepen

Demografische groepen

Groepen kunnen op basis van demografie onderverdeeld worden. Dit kan dan bijvoorbeeld onder de volgende variabelen:

  • Population size and distribution
  • Occupation – strongly associated with education and income
  • Education
  • Income. SDI = Subjective discretionary income (vrij besteedbaar inkomen aan non-essentials)
  • Age. Cognitive age = one’s perceived age as part of one’s self-concept

Generaties

Een generatie, of age-cohort, is een groep mensen die op basis van gelijkwaardige leeftijden onder één groep kunnen worden geschaart. Ze delen dezelfde kenmerken door te zijn opgegroeid met dezelfde sociale, politieke, historische en economische omstandigheden. We onderscheiden de volgende generaties:

  • Pre-depression
  • Depression
  • Baby Boom
  • Generation X
  • Generation Y
  • Generation Z

Pre-depression: mensen van voor 1930. Conservatief en hechten veel waarde aan financiele en persoonlijke veiligheid.

Depression: mensen tussen 1930-1945 geboren. Bijna allemaal met pensioen, hebben een rijker en beter leven opgebouwd als hun ouders en willen genieten van het leven.

Baby boom: mensen tussen 1946-1964 geboren. Grootste groep en daarom erg belangrijk voor marketeers. Ze zijn egocentrisch, individualistisch en economisch optimistisch. Grote markt voor kinderproducten voor hun kleinkinderen en ontspannings- en toerisme vanwege de vrije tijd en de mogelijkheden om erop uit te gaan door de goede gezondheid en financiele positie.

Generation X: mensen tussen 1965-1976 geboren. De eerste Amerikaanse groep zonder hogere verwachtingen van het leven dan hun ouders. Ze geven het materialisme de schuld van de moeilijke toekomst die zij voor zichzelf zien. Deze generatie is meer feministisch ingesteld dan de voorgaande.

Generation Y: mesen tussen 1977-1994 geboren. Kinderen van de baby-boomers. Wordt gekenmerkt door een sterk gevoel van vrijheid en autonomie. Vrouwen nemen een bijna gelijkwaardige positie in.

Generation Z: opgegroeid met computers en internet, gewend aan scheidingen en leeft vaak in tweegezinnen huishouden. Zijn vaak bang en onzeker. Grote druk om uit te blinken.

Sociale groepen

Met sociale rank wordt de relatieve positie van een individu bedoeld. Een sociale klasse systeem geeft hierarchische betekenis aan het totaal van de verschillende redelijk afgebakende en homogene groepen. Sociale status kan op verschillende manieren worden gemeten, met een single-item indexes en een multi-item indexes. De eerste kijkt alleen naar één dimensie zoals inkomen etc. De multi-item variant kijkt naar verschillende dimensies en de plaats relatief naar de huidige sociaal standaarden. De hollingshead Index of Social Position (ISP) is de bekendste multi-item variant.

Het bekendste sociale klasse systeem werd ontwikkeld door Coleman en Rainwater. Zij verdeelden de Amerikaanse populatie in drie basisgroepen: upper, middle en lower Americans. In hierachische volgorde:

  • Upper Americans
  • Middle Americans
  • Lower Americans

Upper Americans:

  • Upper-upper class: artistocratische families uit de sociale elite. Bijvoorbeeld de familie Kennedy.
  • Lower-Upper class: nouveaux-riches. Huidige generatie succesvollen, zoals Gates en Zuckerberg.
  • Upper-Middle class: afgestudeerden. Geen uitgebreide familiestatus of ongewone rijkdom, maar status aan educatie en occupation.

Middle Americans:

  • Middle class: white-collar workers (ambtenaren, leraren, kantoormedewekers) en hoogbetaalde bleu-collar workers (fabriek supervisors).
  • Working class: de mensen die het ‘gewone’ werk doen. Bleu-collar productiemedewerkers etc.

Lower Americans:

  • Upper-Lower class: laag-opgeleid met een laag, vaak minimuminkomen.
  • Lower-lower class: de laagste inkomens, uitkeringen, mensen zonder baan. Weinig toekomstperspectief. Marketing tot deze lower-classes is controversieel.